Let op!

Mogelijk werken sommige onderdelen van onze website niet naar behoren. Voor een optimale beleving bekijkt u onze website het beste in Chrome of Firefox.

Geroessemoes juni 2019

Oratie Jaap Buurke over revalidatietechnologie

Om meer te weten te komen over de bewegingen van een patiënt na bijvoorbeeld een beroerte, wil prof. Jaap Buurke hem of haar in de thuisomgeving gaan volgen. “Juist in de overgangsfase, waarin het natuurlijk herstel plaatsmaakt voor compensatiemechanismen, is veel kennis te vergaren. Dat leidt dan ook tot een betere behandeling,” aldus Buurke, die verbonden is aan Roessingh Research and Development.

Eigen omgeving is het beste bewegingslab

”Vaak wordt maar aan één route gedacht, terwijl soms een hulpmiddel beter werkt en in andere gevallen juist een operatie of medicatie. Het is daarnaast de kunst om dit portable gait lab zo compact mogelijk te houden en toch genoeg te kunnen meten,” stelde hij in zijn intreerede als hoogleraar, op 16 mei.

“In het lab meten we patiënten op hun topniveau. Er zijn therapeuten bij aanwezig en de omgeving nodigt uit tot presteren. We kunnen in het lab veel meten, met onder meer krachtplatforms. In de thuissituatie bereikt de patiënt misschien 80 procent daarvan, maar hij of zij beweegt ook anders. Daar krijg je niet de opdracht om tien meter rechtuit te lopen. Maar je opent wel een deur of pakt iets op van de grond. En juist dán wil ik de krachten en momenten weten.” Het is intussen bekend dat het lichaam zich na bijvoorbeeld een CVA vijf tot zes weken herstelt, maar dat er daarna een overgang plaatsvindt naar compensatiemechanismen. Het brein gaat dan niet zozeer de ‘foute’ patronen corrigeren, in bijvoorbeeld de aanspanning van spieren, maar past zich flexibel aan.

Verbazing

Wereldwijd is onderzoek naar de dit omslagpunt ‘van herstel naar compensatie’ belangrijk, want het bepaalt meteen ook welke hulpmiddelen je kunt kiezen om een beweging te ondersteunen of corrigeren. “In de revalidatie denken we al gauw aan orthesen of robot-hulpmiddelen. Maar soms is het beter om injecties te geven of bijvoorbeeld een pees anders te leggen in een operatie.” Daarbij wil Buurke zich blijven verbazen. Ooit dacht hij, als fysiotherapeut, alles over beweging te weten, totdat hij ontdekte dat ingenieurs al veel verder waren in het meten en analyseren. Het risico is dat iedereen vanuit zijn eigen kennisbasis blijft denken en zich niet meer verbaast.

Zo weinig mogelijk sensoren

Niet alleen in het vinden van remedies tegen bewegingsstoornissen, ook in het ontwerpen van het portable gait lab dat hij voor ogen heeft, pleit hij daarom voor een brede samenwerking. “Er zijn al geavanceerde sensorpakken maar voor een zo vertrouwd mogelijke situatie zijn die niet geschikt. Sterker nog, de patiënt krijgt ze zonder hulp niet eens aan.” Een paar sensoren moeten voldoen. “Bewegingen kun je natuurlijk visueel waarnemen, maar ik wil juist de krachten en momenten weten, ook bij simpele handelingen als het openen van een deur.” Behalve voor de analyse van bewegingsaandoeningen, is de techniek ook in te zetten voor bewegingsanalyse van sporters. “Hiermee hebben we al geëxperimenteerd bij de Enschede Marathon.”

Soft robotics

Buurke ziet veel kansen voor samenwerking binnen het Technical Medical Centre van de UT: van sensoren en actuatoren die in de kleding zijn verwerkt tot eHealth-programma’s die patiënten op afstand coachen en nieuwe ‘soft robots’ die beter draagbaar zijn dan de huidige exoskeletten. “Uiteindelijk verwacht ik zelfs dat we naar kunstmatige spieren gaan.”

Jaap Buurke is hoogleraar Technology Supported Human Movement Analysis aan de Universiteit Twente. Hij is verbonden aan Roessingh Research and Development in Enschede als coördinator revalidatietechnologie. In 2018 werd hij verkozen tot ‘docent revalidatiegeneeskunde van het jaar’.

Andere artikelen uit deze nieuwsbrief